Wanneer partneralimentatie?

Een verplichting tot betaling van partneralimentatie kan volgens de wet voortvloeien uit een huwelijk of geregistreerd partnerschap (hierna wordt enkel over een huwelijk gesproken, maar hierbij mag ook worden gedacht aan een geregistreerd partnerschap). Enkel samenwonen is onvoldoende voor het ontstaan van een wettelijke verplichting tot betaling van alimentatie.

Duur alimentatieverplichting

Als het huwelijk vijf jaar of korter heeft geduurd en kinderloos is gebleven, bestaat de duur van de alimentatieplicht uit de duur van het huwelijk. In alle andere gevallen duurt de alimentatieverplich­ting in beginsel maximaal twaalf jaar. De alimentatiegerechtigde kan verlenging aanvragen van de alimentatie die eindigt. Op de verlening wordt verderop in dit artikel ingegaan.

Hoogte alimentatie, basisprincipe: behoefte en draagkracht

De hoogte van een alimentatieverplichting is afhankelijk van de behoefte van de alimentatiegerechtigde en de draagkracht van de onderhoudsplichtige. De laagste van de twee is bepalend voor de hoogte van een alimentatie. Dit is logisch: een onderhoudsplichtige kan niet meer betalen dan hij heeft en een alimentatiegerechtigde heeft geen recht op meer dan nodig is.

Tot zover geen vuiltje aan de lucht. Vaststelling van alimentatie lijkt gemakkelijk: er vindt een vergelijking plaats waarbij het laagste bedrag bepalend is. In de praktijk beginnen hier echter vaak de problemen. Hoe worden de behoefte en de draagkracht immers vastgesteld?

Behoefte alimentatiegerechtigde

De behoefte aan partneralimentatie wordt bepaald aan de hand van de welstand tijdens het huwelijk. “Welstand” is een open begrip. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat tijdens het huwelijk een hoog gezinsinkomen wordt ontvangen en veel hiervan wordt gespaard, gevolg is een lager welstandsniveau. Anderzijds is het ook mogelijk dat meer wordt uitgeven dan wordt verdiend waardoor een hogere welstand aan de orde is. U zult het wellicht al zien aankomen, een eerste geschilpunt in de praktijk. De onderhoudsplichtige, meestal de man, zal stellen dat er tijdens het huwelijk een laag welstandsniveau was en de alimentatiegerechtigde zal het tegenovergestelde aannemelijk willen maken. Het bepalen van de welstand tijdens het huwelijk en hiermee dus ook de behoefte aan partneralimentatie is maatwerk.

Er is een formule voor bepaling van de partneralimentatie in standaardsituaties ontwikkeld. Deze formule stelt de behoefte op 60% van het netto gezinsinkomen (zonder fiscale voordelen, verminderd met door werkgever ingehouden bijdrage ZVW en verminderd met de kosten van de kinderen, zie hieromtrent het artikel over kinderalimentatie). Ten onrechte wordt deze formule in de praktijk te vaak in (alle) gevallen gebruikt. Dit kan verstrekkende gevolgen hebben: een alimentatie kan te hoog of te laag worden bepaald. Geen situatie is immers gelijk en praktisch komt een afwijkende situatie wellicht vaker voor dan een “standaardsituatie”.

Eigen inkomen alimentatiegerechtigde

Als volgens het bovenstaande een behoefte is bepaald zijn we er nog niet. Eigen inkomsten van de alimentatiegerechtigde moeten immers nog worden afgetrokken. Deze verminderen immers de behoefte aan alimentatie. Belangrijk is dat een onderhoudsgerechtigde een verplichting heeft om het eventuele inkomen in stand te houden. Als bijvoorbeeld zonder reden minder wordt gewerkt en hierdoor het inkomen verminderd zal het eerdere inkomen in aanmerking worden genomen. De behoefte wordt hierdoor lager.

Praktisch probleem voor de onderhoudsplichtige: Een ex-vrouw die maar niet aan het werk wil…

In de praktijk zien we vaak dat alimentatiegerechtigde niet (actief) zoeken naar een baan omdat toch alimentatie wordt ontvangen. Wanneer immers een baan wordt verkregen is de kans groot dat een onderhoudsplichtige een verlaging van alimentatie aanvraagt. Gevolg is dat een alimentatiegerechtigde dezelfde inkomsten ontvangt, maar wel moet werken. Voor de onderhoudsplichtige erg prettig, de praktijk leert echter dat de alimentatiegerechtigde liever werkloos thuis blijft voor hetzelfde inkomen.

Een advocaat kan hier wellicht uitkomst bieden. Zo laat de rechtspraak op dit gebied een (voor de onderhoudsplichtige) hoopgevende ontwikkeling zien. Als in rechte wordt aangevoerd dat een onderhoudsgerechtigde meer zou kunnen verdienen wordt door de rechter steeds vaker concreet naar de mogelijkheden van de onderhoudsgerechtigde gekeken en wordt gevraagd naar sollicitaties en het volgen van opleidingen om in de toekomst werk te krijgen. Het komt ook voor dat door de rechter een concrete datum in de toekomst wordt vastgesteld (bijvoorbeeld na een jaar) waarna de alimentatie stopt omdat de alimentatiegerechtigde geacht wordt om zelf in de behoefte te voorzien door werk te zoeken. In deze gevallen wordt het probleem van de ex-vrouw die maar niet wil werken opgelost.

Afsluitende opmerking

Het loont om het aspect “behoefte” niet uit het oog te verliezen. In de meeste procedures draait het geschil enkel om de draagkracht. Dit komt veelal omdat de aspecten van behoefte niet goed worden bekeken of worden vergeten. Echter, het vaststellen van een juiste “behoefte” is één van de twee mogelijkheden om de alimentatie te beperken of juist te vergroten, afhankelijk van de doelstelling.

Draagkracht onderhoudsplichtige

Bij bepaling van de draagkracht wordt berekend wat de onderhoudsplichtige kan betalen. Bij gesprekken met cliënten zegt de alimentatiegerechtigde, meestal een vrouw, bijna altijd dat de man “toch wel kan betalen”. Het zal u niet verbazen dat een man vaak juist het tegenovergestelde wordt gezegd! De vraag is dan ook wie er gelijk heeft.

Bij bepaling van de alimentatie wordt eerst gekeken naar het inkomen van de onderhoudsplichtige. Hier kan bijvoorbeeld worden gedacht aan loon, inkomsten uit uitkeringen, inkomsten uit onderneming en inkomsten uit vermogen. Het inkomensbegrip is redelijk ruim. Zo moet ook met neveninkomsten en overwerk, mits deze structureel zijn, rekening worden gehouden. Vooral wanneer het inkomen van een zelfstandige moet worden bepaald spelen de fiscale aspecten een zeer belangrijke rol. Deze aspecten hebben immers veel invloed op de hoogte van het inkomen en dit biedt specifiek bij een zelfstandige mogelijkheden. Overigens wordt ook met fiscale voordelen bij de bepaling van de draagkracht rekening gehouden. Een advocaat zal zodoende goed op de hoogte moeten zijn van de fiscaliteiten.

Na bepaling van het inkomen moeten de lasten in kaart worden gebracht. Er kan hierbij een onderscheid worden gemaakt. Zo wordt enerzijds gewerkt met een fictie, de bijstandsnorm. Uitgangspunt voor de kosten van dagelijkse uitgaven aan bijvoorbeeld boodschappen en kleding is een bijstandnorm. Dit bedrag is voor iedere alimentatiegerechtigde gelijk (de hoogte is wel afhankelijk van de woonsituatie, alleenstaand (met kinderen) of samenwonend). Het heeft dus niet veel nut om als onderhoudsplichtige een hogere energierekening te moeten betalen of veel kosten te hebben aan een privé auto of kleding, de rechter zal uitgaan van de bijstandsnorm, ongeacht de werkelijke uitgaven.

Vervolgens komen de overige werkelijke kosten van de onderhoudsplichtige in mindering. Denk hierbij bijvoorbeeld aan woonlasten, ziektekosten, omgangskosten, rente en aflossing van schulden en ook kinderalimentatie.

Hetgeen resteert nadat de inkomsten van de lasten zijn afgetrokken is de draagkracht. Van deze draagkracht is echter maar een percentage beschikbaar voor alimentatie. Wel wordt rekening gehouden met het feit dat partneralimentatie fiscaal aftrekbaar is. De alimentatie wordt gebruteerd, waardoor een deel van het fiscaal voordeel bij de alimentatiegerechtigde terecht komt.

Afsluitende opmerking

Laat uw draagkracht altijd vaststellen door iemand met verstand van zaken. Het gaat veelal om ingewikkelde berekeningen waarbij een hoop komt kijken. En vergeet niet dat tien euro meer of minder per maand wellicht weinig lijkt, maar dit niet is! Tien euro per maand over de gehele alimentatieperiode (meestal twaalf jaar) is in totaal 1.440,=! Vergeet dus bij vaststelling van alimentatie dus nooit dat iedere euro is er één is!

Fiscale aspecten

Voor de onderhoudsplichtige is de alimentatie een aftrekpost en voor de alimentatiegerechtigde is dit (belastbaar) inkomen. De aan de scheidingprocedure verbonden kosten (zoals kosten advocaat en griffierechten) zijn niet aftrekbaar. Wel zijn de kosten die de alimentatiegerechtigde maakt om een hogere alimentatie te verkrijgen aftrekbaar. Let er zodoende op dat u deze kosten als zodanig gefactureerd krijgt. Ook de kosten die de vrouw maakt om toegewezen of onderling afgesproken alimentatie inderdaad te ontvangen zijn aftrekbaar. Als alimentatie ineens via een afkoopsom wordt betaald geldt hetzelfde, namelijk de afkoopsom is voor de vrouw inkomen. Voor de man is de afkoopsom alleen aftrekbaar nadat de officiële echtscheiding heeft plaatsgenomen. Als de man en de vrouw duurzaam gescheiden zijn is de afkoopsom van alimentatie bij de man niet aftrekbaar! Hiermee zijn vaak grote vergissingen begaan! In dit verband is het goed om voor ogen te houden dat heffing ineens, gezien het progressieve belastingstelsel, in veel gevallen nadelig uitwerkt. Mocht u een afkoopsom voor ogen hebben laat u dan wel goed adviseren omtrent de fiscale aspecten.

Einde alimentatieplicht?

Een alimentatieplicht eindigt 12 jaar na een echtscheiding. Het is in dit opzicht voor de onderhoudsplichtige belangrijk dat een echtscheiding vlot wordt ingeschreven.

Wel kan een alimentatiegerechtigde de rechter verzoeken de termijn te verlengen. Bij een dergelijk verzoek moet de alimentatiegerechtigde aantonen dat het beëindigen van de alimentatie te ingrijpend is. Daarbij spelen de arbeidsmogelijkheden van de alimentatiegerechtigde een rol. Is het in de gegeven omstandigheden redelijk om van de alimentatiegerechtigde te verwachten dat werk wordt verkregen? Is er naar werk gezocht in de afgelopen 12 jaar? De rechtspraak toont een passieve houding tegenover een verlenging. De ervaring is dat speciale omstandigheden nodig zijn voor een succesvol verzoek tot verlening. Mogelijkheden zijn er dus wel, maar verstandig is om al vroeg met het voorbereiden van een verlening te starten door te solliciteren en/of mogelijkheden naar opleidingen te onderzoeken. Een alimentatiegerechtigde moet immers kunnen aantonen dat, ondanks veel moeite, het onmogelijk is om werk te vinden.

Verhaal sociale dienst

Als een alimentatiegerechtigde een bijstanduitkering aanvraagt dan is de gemeentelijke sociale dienst verplicht na te gaan in hoeverre een ex-partner onderhoudsplichtig is. De gemeente vraagt de onderhoudsplichtige alle financiële gegevens te verschaffen. De sociale dienst zal proberen alimentatie te incasseren bij een ex-partner. Ook in dit geval is het verstandig om juridische hulp te zoeken. Een advocaat kan immers trachten de alimentatie zo laag mogelijk te laten vaststellen.