Indien u een strafblad heeft, kan het lastig zijn om een verklaring omtrent gedrag (de VOG) aan te vragen. De instantie die een dergelijke verklaring verstrekt is Dienst Justis. Bij verstrekking van een verklaring omtrent gedrag wordt onderzoek gedaan naar het justitieel verleden van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon en zijn bestuurders, vennoten, maten of beheerders.
De afweging die de overheid maakt, is de afweging tussen het belang van de aanvrager bij verstrekking van de VOG tegenover de (algemene) risico’s die een verstrekking meebrengt voor de samenleving. Praktijkervaring leert dat de VOG vaak wordt afgewezen, zonder goed te kijken naar het persoonlijk belang van de aanvrager. Een advocaat kan hierin bijstand verlenen. Vaak geeft uitleg van de functie, dan wel uitleg van het gepleegde strafbare feit, de doorslag voor de overheid om het primaire standpunt te herzien.
Wat is de terugkijktermijn voor aanvraag VOG?
Een belangrijke vraag die cliënten vaak stellen is wat de precieze terugkijktermijn is voor het aanvragen van een Verklaring omtrent gedrag. In beginsel wordt een terugkijktermijn gehanteerd van vier jaren voorafgaand aan het moment van beoordeling. Er zijn enkele uitzonderingssituaties:
- Indien het gaat om speciale functies (met hoog integriteitsniveau) wordt de terugkijktermijn opgerekt naar 10 jaren.
- In bepaalde wet/regelgeving wordt een langere termijn gehanteerd.
- Voor personen onder de 23 jaar wordt in beginsel een termijn van 2 jaren gehanteerd.
- Indien sprake is van een misdrijf tegen de zeden of een geweldsmisdrijf waarop een straf van meer als zes jaar is gesteld in de wet, geldt een langere terugkijktermijn. Bij bepaalde delicten (zedendelicten) wordt geen terugkijktermijn gehanteerd.
- Indien relevante strafrechtelijke gegevens zijn aangetroffen binnen de terugkijktermijn, worden alle overige relevante justitiële gegevens ook bij de aanvraag betrokken.
Waarop wordt precies getoetst bij een VOG-aanvraag?
Er zal op twee criteria worden getoetst:
- Het objectieve criterium: Zou het strafbare feit, indien deze wordt herhaald, gelet op het risico voor de samenleving, een belemmering vormen voor een behoorlijke uitoefening van de functie waarvoor de VOG is aangevraagd? (bijv. verduistering op strafblad/geen VOG als winkelbediende). Er wordt gewerkt met bepaalde toetsingsprofielen, die vaak ten onrechte worden toegepast. Hier zijn sommige zaken op te winnen.
- Het subjectieve criterium: Weegt het belang van de aanvrager mogelijk zwaarder als dat van de samenleving? Bij deze beoordeling staat re-integratie c.q. arbeidsparticipatie van de aanvrager centraal. De afdoening van de straf en de hoogte van een bepaalde straf wordt hierbij ook meegewogen.
Op beide criteria valt zeker iets naar voren te brengen. Wordt u derhalve geconfronteerd met een weigering van een verklaring omtrent gedrag? Neem dan vrijblijvend contact op met de advocaten van ons kantoor zodat wij kunnen kijken wat we voor u kunnen doen.