Als uw kind(eren) langere tijd uit huis zijn geplaatst, kan het zijn dat de gezinsvoogd meent dat het niet langer een realistisch doel is om te zorgen dat de kinderen terug bij u komen wonen. De zaak wordt teruggegeven aan de Raad voor de Kinderbescherming. Er zal een onderzoek uitgevoerd worden naar de zogenaamde ‘gezagsbeëindigende maatregel’. Dit gebeurt in beginsel als de kinderen langer als twee jaar uit huis zijn geplaatst en er geen reëel perspectief is tot thuisplaatsing.

Wanneer de Raad onderzoek gaat doen, zal zij de informatie gebruiken uit eerdere rapporten. Daarom is het belangrijk dat u altijd goed controleert wat er in de stukken staat en er zo nodig uw correcties op aangeeft.

Als er eenmaal een onderzoek plaatsvindt van de Raad voor de Kinderbescherming en u meent dat u wel degelijk in staat bent om voor de kinderen te zorgen, is het belangrijk om dit aan te geven. Wat vaak helpt is als u een hulpverlener achter u heeft staan (bijvoorbeeld een persoonlijk begeleider of een IPT’er). Een hulpverlener met bepaalde opvoedkundige scholing wordt serieus genomen door de Raad. Onder bepaalde omstandigheden kan de Raad (of de rechtbank) besluiten dat het te vroeg is voor een gezagsbeëindiging en zal er een tussenstap plaatsvinden, namelijk een onderzoek dat wordt uitgevoerd door het NIFP.

In opdracht van de Raad voor de Kinderbescherming of de rechtbank is het NIFP het uitvoerend orgaan voor de uitvoering van een onderzoek. De onderzoeksvraag is per casus verschillend, maar de nadruk zal liggen op de vraag of de ouders (op termijn) in staat zijn om de zorg voor de kinderen weer zelf te vragen. Het onderzoek wordt alleen uitgevoerd met toestemming van ouders. Voor de rechtbank is de uitslag van dit onderzoek heel belangrijk; het is daarom goed om vooraf op de hoogte te zijn van de inhoud van een dergelijk onderzoek en goed voorbereid uw medewerking te verlenen.

Kortom: ook bij een naderende gezagsbeëindiging blijven er mogelijkheden bestaan om de rechtbank toch tot een andere beslissing te laten komen. Het is daarom goed om ook in dit stadium (vrijblijvend) contact op te nemen met een advocaat.